Alcuroniumchloride

Alcuroniumchloride
Chemische structuur
Structuurformule Alcuroniumchloride
Farmaceutische gegevens
Metabolisatie wordt niet gemetaboliseerd
Halveringstijd (t1/2) 2 - 4 uur
Uitscheiding 70–90% onveranderd in in urine, 5% in de gal[1]
Databanken
CAS-nummer 23214-96-2
DrugBank DB13648
Chemische gegevens
Molecuulformule C 44 H 50 Cl 2 N 4 O 2 {\displaystyle {\ce {C44H50Cl2N4O2}}}
IUPAC-naam 4,4'-Didemethyl-4,4'-di-propenyltoxiferin-1-dichloride
Molmassa 666.894 g/mol
SMILES [2]
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde
Esculaap
Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Alcuroniumchloride is een neuromusculaire blocker (NMB), ook aangeduid als een spierverslapper. Het is een semisynthetische verbinding, bereidt uit C-toxiferine I,[3], een bis-quarternair-alkaloide dat verkregen wordt uit Strychnos toxifera. Ook C-toxiferine I zelf is uitgebreid onderzocht als NMB.[4] De vervanging van beide N-methylgroepen door N-allyl geeft N,N-diallyl-bis-nortoxiferine: alcuronium.

De introductie van de allylgroepen maakt een veel groter aantal biotransformaties mogelijk dan de methylgroepen in het toxiferine, waardoor de effectieve t½ als NMB veel korter wordt.[5] De tijd tussen toedienen en het begin van de werking is ook korter en alcuroniumchloride is ongeveer 1,5 keer zo sterk in zijn werking als tubocurarine.[6] De farmacologische werking van alcuronium wordt eenvopudig teniet gedaan door neostigmine. De histamineproductie wordt slechts weinig verhoogd.[7] Het voornaamste nadeel van alcuronium als NMB is zijn vagolyitsch effect (de werking van de Nervus vagus wordt onderdrukt) door een selectieve atropine-achtige blokkade van de muscarine-receptoren in het hart.[6][8][9]

De stof is opgenomen in de lijst van essentiële geneesmiddelen van de WHO.

Eigenschappen

Alcuroniumchloride is een geur- en kleurloos kristallijn poeder. Bij verhitten verkleurt de stof bij ongeveer 220 °C maar smelt ook bij 350 °C niet. De optisch actieve, in water, methanol en ethanol oplosbare verbinding heeft in methanol een specifieke draaiing [ a ] D 22 {\displaystyle \left[a\right]_{D}^{22}} van −348.[1]

Opname of toediening

Omdat het chloride in het fysiologische pH-bereik volledig geïoniseerd is, wordt het nauwelijks uit het maag-darmkanaal opgenomen, maar ook niet uit weefsels geresorbeerd. Om deze reden wordt de stof alleen intraveneus toegepast.

Analyse

Verontreiniging met diallylcaracurine (DAC) en het Allyl-Wieland-Gumlich-Aldehyde (WCA) laten zich met behulp van capillaire elektroforese tot op minder dan 0,1 % bepalen.[10] De detectiegrens van alcuronium met behulp van HPLC ligt bij 0,025 mg·l−1 Plasma.[11]

Effecten

Aandachtspunten

  • De werkingstijd wordt langer bij lage concentraties kalium, calcium en eiwit. Een verhoogde concentratie magnesium of acidose leiden ook tot een langere werking.
  • Farmaceutisch niet compatibel met thiopentone.
  • Toediening kan aanleiding geven tot vergrote pupillen.
Bronnen, noten en/of referenties
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Alcuronium chloride op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Alcuroniumchlorid op de Duitstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.

Referenties

  1. a b H.H.J. Hager, F. v.Bruchhausen. (1994). Hagers Handbuch der pharmazeutischen Praxis Bd. 7 Stoffe A–D. (3. Auflage ed.) 96–98 – Birkhäuser-Verlag ISBN 3-540-52688-9
  2. Smiles = [Cl-].[Cl-].OC\C=C6\C[N@+]4(CC=C)CC[C@@]58c%11ccccc%11N7\C=C9\[C@H]1C[C@H]2[C@@]%10(CC[N@@+]2(CC=C)C\C1=C\CO)c3ccccc3N(/C=C(/[C@H]6C[C@H]45)[C@H]78)[C@@H]9%10
  3. F.F. Foldes. (1954). The Mode of Action of Quaternary Ammonium Type Neuromuscular Blocking Agents Br.J.Anaesth.. 26 (6): 394–398 DOI:10.1093/bja/26.6.394 , geraadpleegd op 10 maart 2019
  4. P.G. Waser. (1950). Helv.Physiol.Pharmacol.Acta. 8 342
  5. M. Martin-Smith. (1971). Ed.: E.J. Ariens Drug Design 2. 453–530 – Academic Press (New York, London)
  6. a b T.M. Speight, G.S. Avery. (1972). Pancuronium Bromide: A Review of its Pharmacological Properties and Clinical Application Drugs. 4 (3 - 4): 163–226 DOI:10.2165/00003495-197204030-00002 , geraadpleegd op 10 maart 2019
  7. M.A. Thompson. (1980). Br. J. Hosp Med. 23 153
  8. A.J. Coleman, J.W. Downing, W.P. Leary, D.G. Moyes, M. Styles. (1972). The immediate cardiovascular effects of pancuronium, alcuronium and tubocurarine in man Anaesthesia. 27 (4): 415–422 DOI:10.1111/j.1365-2044.1972.tb08247.x , geraadpleegd op 10 maart 2019 PubMed: 4264060 , geraadpleegd op 10 maart 2019
  9. R. Hughes, D.J. Chapple. (1976). Effects of Non-Depolarizing Neuromuscular Blocking Agents on Peripheral Autonomic Mechanisms in Cats Br. J. Anaesth.. 48 (2): 59–68 DOI:10.1093/bja/48.2.59 , geraadpleegd op 10 maart 2019
  10. M. Wedig, et al. (2002). Evaluation of the impurity profile of alcuronium by means of capillary electrophoresis J.Pharm.Biomed.Anal.. 28 983–990 PubMed: 12039641 , geraadpleegd op 10 maart 2019
  11. T. Künzer, et al. (1994). Simple and rapid high-performance liquid chromatography method for the determination of alcuronium in human plasma and urine J.Chromatogr.B. 653 63–68 PubMed: 8012561 , geraadpleegd op 10 maart 2019

Algemene literatuur

  • The International Pharmacopoeia
  • K. Zahn, N. Eckstein, C. Tränkle, W. Sadée, K. Mohr. (2002). Allosteric modulation of muscarinic receptor signaling: alcuronium-induced conversion of pilocarpine from an agonist into an antagonist J.Pharmacol.Exp.Ther.. 301 (2): 720–728 DOI:10.1124/jpet.301.2.720 , geraadpleegd op 10 maart 2019 PubMed: 11961078 , geraadpleegd op 10 maart 2019
  • A. Maass, K. Mohr. (1996). Opposite effects of alcuronium on agonist and on antagonist binding to muscarinic receptors Eur.J.Pharmacol. 305 (1 - 3): 231–234 DOI:10.1016/0014-2999(96)00240-3 , geraadpleegd op 10 maart 2019 PubMed: 8813558 , geraadpleegd op 10 maart 2019
  • J. Jakubík, S. Tucek. (1994). Protection by alcuronium of muscarinic receptors against chemical inactivation and location of the allosteric binding site for alcuronium J.Neurochem.. 63 (5): 1932–1940 DOI:10.1046/j.1471-4159.1994.63051932.x , geraadpleegd op 10 maart 2019 PubMed: 7931349 , geraadpleegd op 10 maart 2019
  • J. Proska, S. Tucek. (1994). Mechanisms of steric and cooperative actions of alcuronium on cardiac muscarinic acetylcholine receptors Mol.Pharmacol.. 45 (4): 709–717 PubMed: 8183250 , geraadpleegd op 10 maart 2019